Vanuit Vlissingen wordt de georganiseerde misdaad onderzocht en aangepakt

Het is een hele mondvol: het Strategisch Kenniscentrum Georganiseerde Ondermijnende Criminaliteit (SKC). Dat centrum staat in Vlissingen, op het Bellamypark. Het belangrijkste doel: beter inzichtelijk krijgen hoe de georganiseerde misdaad werkt om het beter te kunnen bestrijden.

Directeur van het kenniscentrum Tom Driessen zei vanmiddag in radioprogramma de Zeeuwse Kamer dat de strijd tegen georganiseerde misdaad meer samenhang moet krijgen. In het kenniscentrum wordt geprobeerd dat voor elkaar te krijgen. “We dachten eerst dat wanneer we genoeg onderzoeken zouden doen en aanhoudingen zouden verrichten, we het onder controle konden houden”, vertelt Driessen. “Maar we kunnen meer doen: jongeren beter wapenen tegen criminelen of mensen waarschuwen die hun grote schuur verhuren, waar dan criminele activiteiten in worden uitgevoerd.”

Luister hier de Zeeuwse Kamer terug over het SKC 

Driessen probeert met zijn kenniscentrum de lijnen aan te geven van hoe de georganiseerde misdaad opereert. “Dat doen we om het gezag beter keuzes te kunnen laten maken in de bestrijding ervan. Hoe anticipeert de crimineel op ons? We kunnen ze doorgronden en dan proberen om een deel van de regie over te nemen”, legt Driessen uit. “Als dat lukt dan kunnen we beter resultaat halen in de bestrijding van georganiseerde misdaad.

Samenwerking HZ en UCR
Het Kenniscentrum is onderdeel van de ‘Law delta’, dat weer onderdeel is van het compensatiepakket dat de Rijksoverheid beschikbaar stelde na het annuleren van de Marinierskazerne in Vlissingen. Een voordeel daarvan is dat studenten van de HZ en UCR betrokken worden bij de onderzoeken. “Zij kunnen bijvoorbeeld onderzoeken hoe de goederenstromen richting de haven van Vlissingen lopen. Hoeveel daarvan is fruit of groente of hout. Waar komen de schepen vandaan? Heeft het een relatie tot de drugsvangst? Aan hen vragen we om methodes te maken. Dat werkt vernieuwend en is verschillend met een operationeel rechercheproces.”

Bron: Omroep Zeeland